a. Voor wie dit artikel geschreven werd en waarom.
Bij het schrijven van dit artikel werd in de eerste plaats gedacht aan pedagogen, die de kinderen door middel van sprookjes of op andere wijze met de natuur in aanraking moeten brengen. Verder is het gericht tot een ieder, die in verband met zijn beroep of uit innerlijke noodzaak een diepergaande verbinding met de natuur zoekt. Lees verder →
Bron: Mededelingen van de Anthroposofische Vereniging in Nederland 17 (1962) 5, p. 92-97
f. Goede omgang als poort tot andere wezens.
De grondslag van elke goede omgang is het streven zoveel mogelijk in te gaan op de sfeer van belangstelling van de ander, zonder van de ander te verlangen, dat hij op ons in gaat. Dit geeft hem de mogelijkheid zich te openen. Neemt hij bovendien dezelfde houding tegenover ons aan, dan is er iets bereikt wat veel geluk kan brengen. Lees verder →
Bron: Mededelingen van de Anthroposofische Vereniging in Nederland Jrg.17 (1962) nr. 6, p. 109-114
Maar men kon nog meer aanwijzingen krijgen, die tegen de neiging tot scherp omlijnd zien ingingen. Telkens weer werd er op aangedrongen tegen de zon of tegen de maan in te kijken. Men heeft al gauw het gevoel daarbij of men gestoord wordt of zelfs een beetje verblind en dan zou men zich willen omdraaien om de dingen duidelijker te zien. Lees verder →
Bron: Mededelingen van de Anthroposofische Vereniging in Nederland Jrg.17 (1962) nr. 6, p. 109-114